Jacky Stewart, Emerson Fittipaldi, James Hunt, Mario Andretti en verschillende andere beroemde coureurs werden wereldkampioen met een Ford Cosworth-motor in hun F1-auto. De laatste die dit met succes deed in het V8-tijdperk was Michael Schumacher met de beroemde Benetton Ford in 1995.
De Formule 1 motor die hier wordt aangeboden is een Ford Zetec V10R gebouwd door Cosworth van de eerste generatie die in 1996 werd geïntroduceerd. Krukas en zuigers ontbreken, dus in vakjargon is het een dummy-motor met racehistorie. Een professioneel opgesteld inspectierapport is beschikbaar.
Technische specificaties: 2998 CC V10 onder een hoek van 72 graden, twin cam cilinderkoppen met 4 kleppen per cilinder en een maximum toerental van 17.000 tpm. Het geschatte vermogen lag rond de 750 pk, maar werd nooit officieel vrijgegeven door Cosworth.
Deze 1ste generatie Ford Cosworth V10 motoren werden in 1996 exclusief geleverd aan het Sauber Petronas team met coureurs Johnny Herbert en HH Frentzen. In 1997 werd het nieuwe team "Stewart Grand Prix" de exclusieve partner van Ford en werden de Zetec V10R motoren in nauwe samenwerking verder ontwikkeld. De coureurs voor Stewart Grand Prix waren Rubens Barichello en Jan Magnussen.
Ondanks het feit dat diverse onderdelen nog bruikbaar zouden zijn voor de racerij, wordt de motor aangeboden als een ultiem stuk Formule 1-memorabilia. De carbon luchtinlaten zijn een staaltje hightech engineering en de motor is compleet met alle belangrijke bevestigings- en aanbouwdelen, wat zeldzaam is. De Cosworth Zetec V10R komt helemaal tot zijn recht op de originele motorstandaard en verdient met recht de titel "kunstwerk".