Ik had een Ford kunnen kopen. Maar ik hou van een truck die rijdt.
De Blazer werd geboren als een direct antwoord op de razend populaire Bronco. Beide auto's belichaamden een briljant eenvoudig concept: een korte wielbasis, een ontwerp dat je met een liniaal kunt schetsen, een afneembaar dak dat van elke zomerrit een confettikanon van plezier maakt en vierwielaandrijving waarmee je van de Mount Everest een molshoop kunt maken.
Onder de motorkap lag een achtcilindermotor met een cilinderinhoud die overeenkwam met bijna zes melkpakken. Naar Amerikaanse maatstaven hoefde deze motor niet al te hard te werken. Met 165 pk was invoegen bij de drive-thru van McDonald's geen probleem, maar over de Autobahn scheuren? Waarschijnlijk niet zijn sterkste kant.
In 2016 onderging deze Blazer een complete restauratie en kwam hij mooier tevoorschijn dan een zonsondergang in Montana. Hij kreeg een nieuwe lak, een volledige technische revisie en een motor die is opgewaardeerd met Edelbrock goodies. Denk aan kleppendeksels en een carburateur die niet alleen beter presteren, maar er ook uitzien alsof ze rechtstreeks uit een Hot Wheels-droom komen. Aangezien het brandstofverbruik de vorige eigenaar tranen in de ogen deed springen, besloten ze een LPG-systeem te installeren als oplossing.
Het resultaat? Een machine in topconditie, klaar voor elk avontuur. Geen knoppen, geen schermen, alleen jij, een motor en een eindeloze horizon. Zo is autorijden altijd bedoeld geweest.
Tot snel?