Van renbaankoning tot wegrebel
De Jaguar E-Type serie is niet zomaar een sportwagen; het is een blijvende liefdesbrief aan snelheid, stijl en Britse techniek. De E-Type, die van 1961 tot 1975 werd geproduceerd, liet niet alleen remsporen achter op de wegen, maar ook een nalatenschap in de autowereld. Wat maakt de verschillende Series zo bijzonder en wat is het verhaal achter deze hartveroverende auto? Zet je schrap, want aan het einde van dit artikel ben je een E-Type liefhebber die zelfs de meest doorgewinterde gearheads de les kan lezen.
De stamboom van de E-Type gaat rechtstreeks terug naar zijn oudere broer, de Jaguar D-Type, een auto die van 1954 tot 1957 de circuits beheerste. Maar laten we eerlijk zijn: niet iedereen wil met een raceauto naar de supermarkt. En nu is er de E-Type: de verfijnde evolutie voor op de weg, ontworpen om de sensatie van een racer te combineren met het comfort van een dagelijkse bestuurder. Zie het als James Bond die zijn smoking inruilt voor een leren jasje - het straalt nog steeds stijl uit, alleen met een beetje meer toegankelijkheid.
Sports Car International riep hem uit tot beste sportwagen van de jaren 1960 en dankzij zijn tijdloze aantrekkingskracht staat hij nog steeds stevig op het podium, op de derde plaats in de lijst van beste sportwagens aller tijden van het tijdschrift. Dat is een manier om een lifetime achievement award te verdienen.
De Jaguar E-Type bleef niet op zijn lauweren rusten, maar evolueerde, verfijnde en verraste af en toe om het interessant te houden. Tijdens zijn productieleven kende dit icoon drie officiële series en één brutaal overgangsmodel. Laten we in de details duiken en zien hoe de E-Type van legendarisch naar nog legendarischer ging.
Serie I (1961-1968)
De Series I kwam op de markt met een 3,8-liter zescilindermotor die was afgeleid van de Jaguar XK150S. Hij was verkrijgbaar in twee carrosserievarianten:
Coupé met vast dak (FHC): Een hardtop tweezitter.
Open Two Seater (OTS): Een cabriolet roadster.
In 1966 voegde Jaguar een 2+2 coupé variant toe, met extra zitplaatsen achter en een verlengde wielbasis.
Belangrijkste functies en wijzigingen:
De eerste modellen hadden een vergrendeling aan de buitenkant van de motorkap, die later werd vervangen door een vergrendeling aan de binnenkant van de motorkap.
De oorspronkelijke vlakke vloer werd in 1962 opnieuw ontworpen om de beenruimte te verbeteren.
In 1964 werd de motor opgewaardeerd naar een 4,2-liter exemplaar, met een verbeterd koppel, betere remmen en volledig gesynchroniseerde versnellingsbak.
Serie I.5 (1967-1968)
De Series I.5, die vaak een overgangsmodel wordt genoemd, bevatte wijzigingen die vooruitliepen op de Series II. Dit was grotendeels het gevolg van de Amerikaanse regelgeving op het gebied van veiligheid en emissies. De belangrijkste updates waren:
Open koplampen, ter vervanging van de met glas bedekte units.
Aangepaste dashboardschakelaars voor verbeterde veiligheid.
Zenith-Stromberg carburateurs, ter vervanging van SU carburateurs voor betere naleving van de emissienormen.
Verbeterde koeling met dubbele ventilatoren.
Serie II (1969-1971)
Voortbordurend op de Series I.5 bevatte de Series II opmerkelijke esthetische en mechanische verfijningen:
Grotere grille voor betere koeling.
Koplampen zonder glas om beslaan te voorkomen.
Nieuwe bumpers met geïntegreerde reflectoren voor meer veiligheid.
Vernieuwde stoelen met hoofdsteunen voor meer comfort.
De Series II bleef FHC-, OTS- en 2+2-configuraties bieden, met een totaal van 18.809 geproduceerde exemplaren.
Serie III (1971-1974)
De Series III markeerde een belangrijke evolutie met de introductie van een 5,3-liter V12-motor, die 272 pk leverde en 0-100 km/u haalde in minder dan zeven seconden. Opmerkelijke wijzigingen waren onder andere:
Stopzetting van het FHC-model, waardoor de OTS en 2+2 als enige carrosserievormen overbleven.
Standaard stuurbekrachtiging en verbeterde remmen.
Optionele automatische transmissie, airconditioning en spaakwielen.
Onderscheidende designelementen:
Grote chromen grille en een lagere luchtinlaatklep voor betere koeling.
Uitlopende wielkasten, bredere banden en vier uitlaatuiteinden.
V12 badging aan de achterkant.
De series scheiden (of zijn het er vier?)
Inmiddels zou je de 3 officiële series moeten kunnen onderscheiden - of misschien wel 4 als je de Series I.5 meetelt. Als je nog steeds twijfelt, is een bezoek aan deze auto's de beste manier om hun unieke verschillen te waarderen.
Of je zijn schoonheid, techniek of culturele impact nu bewondert, de Jaguar E-Type blijft een meesterwerk van design en innovatie - een auto die zowel liefhebbers als verzamelaars blijft boeien.